Fase 3 en 4 zijn een behoorlijke uitdaging voor u als leerkracht. De ene leerkracht heeft er veel plezier in. Voor de ander is het best pittig. Natuurlijk is het leuk als u uw leerling vooruit ziet gaan en als u daar een belangrijke bijdrage aan levert. Maar als het moeilijk loopt, als u een drukke klas heeft of weinig ondersteuning ervaart van uw collega’s, kan het moeilijk zijn.
In deze fase wordt buiten de klas geoefend en dat vraagt praktische ondersteuning. Vraag ondersteuning van collega’s, bespreek het in uw team, met de therapeut en met ouders. De ervaring leert dat er altijd creatieve oplossingen te vinden zijn om de leerkracht te ondersteunen.
Als u een korte periode frequent oefent met uw leerling, wordt Fase 3 meestal snel doorlopen. Daarna zet het oefenen zich voort in de klas en gaat het onderdeel uitmaken van gewone lessituaties. Als een leerling meer tijd nodig heeft om deze fase te doorlopen, kunnen er anderen worden ingezet om het oefenen buiten de klas voort te zetten.
Als u vol goede moed gaat oefenen en uw leerling doet niet wat vorige keer met de therapeut erbij nog wel lukte, kan dat behoorlijk frustrerend zijn. Bedenk echter dat het niet aan u ligt. Uw leerling heeft een probleem dat heel hardnekkig kan zijn. Kinderen met selectief mutisme uiten hun angst soms in gedrag dat eruit ziet als koppigheid, passief of dwars gedrag. Toch is het angst. Stel daarom zowel uw leerling als uzelf gerust: het is niet erg als het niet direct lukt. Nieuwe dingen moet je oefenen en het is niet erg als het een paar keer fout gaat.
Soms word je zelf ook onzeker: stel dat je een te grote stap neemt of een oefening mislukt? Maakt u zich daarover geen zorgen. Een kind valt niet terug in zwijgen als u een keer een stapje teveel doet. Neem de verantwoordelijkheid zelf op je en zeg: “Ik heb me vergist. Ik heb het een beetje te moeilijk gemaakt. Dat was niet de bedoeling. We gaan het iets makkelijker maken.” Doe een stapje terug en geef een nieuwe kans. Stop zo nodig en leg uit dat u even goed moet nadenken over een tussenstapje. De volgende keer pakt u de draad weer op.
De leerkracht van Timo werd op deze manier door hem verrast. Dat was niet in alle opzichten een aangename verrassing. Natuurlijk vond ze het fijn dat Timo eindelijk praatte, maar het was ook een beetje pijnlijk. Ze had al twee jaar lang geprobeerd hem alle veiligheid en steun te bieden en ineens leek hij zich veiliger te voelen bij een volstrekt vreemde.
Dat laatste was niet zo. Toch durft iemand nieuwe dingen soms beter in bijzijn van onbekenden in plaats van met vertrouwde mensen. Misschien herkent u iets in het onderstaande voorbeeld:
Marloes is met haar vriend op vakantie in Frankrijk. Haar vriend spreekt goed Frans, maar Marloes kan het ook best aardig al voelt ze zich snel onzeker. Als ze op een terrasje zitten laat ze haar vriend meestal het woord doen. Soms moedigt hij haar aan om zelf iets te zeggen. Ze weet dat hij het leuk zou vinden als ze het gewoon probeert, maar ze voelt ze zich ongemakkelijk. Als ze daarentegen ’s ochtends alleen naar de bakker loopt om ontbijt te halen, durft ze zonder problemen Frans te spreken. In de bakkerswinkel, waar toch niemand haar kent, doet ze gewoon haar woordje.
Soms is het makkelijker om nieuw gedrag uit te proberen als er geen mensen bij zijn die je oude gedrag kennen. Zij zouden verbaasd zijn en hoe positief hun reacties ook zijn, het levert aandacht op die angstige kinderen vaak liever niet krijgen. Bovendien neem je met nieuw gedrag een risico: het kan misgaan of je kan afgaan. Als dat gebeurt in bijzijn van onbekenden is dat minder erg dan in bijzijn van mensen die heel belangrijk voor je zijn.