Therapie voor Selectief Mutisme

Hoe kunt u uw kind helpen bij het oefenen?

 
In deze fase gaat uw kind oefenen op school. Meestal bent u daar niet bij. Maar u kunt uw kind wel steunen.

 

Hoe kunt u uw kind helpen bij het oefenen op school?

Voorbereiden

Zorg dat uw kind goed is voorbereid. Geef de Dapperklapper mee en lees regelmatig in het portaal, zodat u weet wat er geoefend gaat worden. U kan uw kind dan voorbereiden. Heeft uw kind thuis iets leuks beleefd of iets knaps gedaan? Maak een notitie in het portaal. De leerkracht of de therapeut kunnen er dan iets over zeggen.

Vertellen en laten zien

Moedig uw kind aan om iets aan de leerkracht te laten zien of te vertellen. Zorg voor ondersteuning door bijvoorbeeld een foto mee te geven of een tekening te laten maken en erbij te schrijven wat uw kind beleefd heeft.

Belangstelling en complimenten

In het portaal leest u hoe het oefenen gegaan is. Thuis kunt u het er samen over hebben. Vraag er naar op een rustig moment. De meeste kinderen vertellen niet graag wat ze gedaan hebben als ze net uit school komen. Praat er dan later nog eens over. Geef complimenten voor de dingen die gelukt zijn.

Als het niet lukt

Dat is niet erg. Nieuwe dingen leer je niet in één keer. Stel uw kind gerust en leg uit dat het na een paar keer oefenen zal lukken. Vraag of er een voor reden was en schrijf die zo nodig in het portaal. Dan kan de leerkracht er misschien rekening mee houden. Help uw kind nog eens herinneren aan de dappere gedachten. Misschien kunt u er samen één bedenken voor het oefenen op school.

 

Hoe kunt u uw kind helpen met de therapie?

 
Bekijk tijdens de week samen de map nog eens, lees een verhaaltje voor en maak samen de torentaak. Betrek er anderen bij. Kijk met uw kind naar de voortgang en de verdiende stickers. Zo helpt u uw kind om trots op zichzelf te worden. Lees nog eens in de vorige fase hoe u uw kind hielp na afloop van de therapie.

Oefenen met dapper gedrag dicht bij huis

Let eens op of uw kind al nieuw gedrag laat zien. Sommige kinderen durven ineens iemand een hand te geven, hallo te zeggen tegen de buurvrouw of op de foto te gaan bij de schoolfotograaf. U leest verderop meer over oefenen met dapper gedrag.

“Het Dappere daden bord”

De therapeut geeft uw kind waarschijnlijk het werkblad “Dappere daden bord” mee. Dat kunt u thuis op de koelkast hangen. U kunt er samen met uw kind op schrijven of tekenen. Elke dappere daad van iemand in het gezin mag erop: een broertje of zusje die een uitvoering heeft, een ouder die iets nieuws moet doen op het werk, het kind zelf die voor het eerst naar een feestje ging of zomaar in het zwembad sprong: als het dapper is, mag het er op.

Zo ziet uw kind dat hij niet de enige is die wel eens ergens bang voor is. Misschien kan uw kind een ander helpen met het verzinnen van een dappere gedachte. 

U bent het voorbeeld

Uw kind leert van u hoe je de DVD-speler bedient, hoe je een ei bakt of een band plakt. Dat leert uw kind doordat hij het u ziet doen. Zo gaat het ook met het omgaan met anderen. U bent het voorbeeld. Neem uw kind mee wanneer u iets doet voor een ander. Zo laat u uw kind zien hoe je dat doet en hoe fijn een ander dat vindt. Uw kind gaat mee en helpt u maar hoeft zelf niets te doen of te zeggen. Breng samen een bloemetje naar een zieke, zet de vuilnisbak buiten voor een oudere buurtbewoner, help iemand de weg vinden of zorg voor de vissen van een kennis tijdens een vakantie.