Nu het kind durft te spreken met de therapeut, gaan we oefenen met klasgenootjes en leerkrachten.
Het kind neemt dezelfde stappen als eerder met de therapeut. Nu weet het wat er verwacht wordt en hoe het in zijn werk gaat, maar bovenal heeft het kind ervaren dat het ertoe in staat is. De herkenning en voorspelbaarheid maken dat veel kinderen deze stappen wat sneller doorlopen.
Voor de meeste kinderen is deze fase echter ook een grote uitdaging. Sommige kinderen sloegen in Fase 2 stappen over, die ze in Fase 3 wel nodig hebben. in deze fase:
Fase 3 bestaat uit 10 stappen. De eerste stappen zijn vergelijkbaar met die uit de vorige fase. Het is handig eerst de leerkracht bij het oefenen te betrekken en daarna de klasgenootjes. Voor sommige kinderen is het prettiger andersom. Dan kunnen de stap 18-21 naar voren gehaald worden.
Ook deze fase doorlopen de kinderen in hun eigen tempo. Sommige kinderen slaan stappen over of durven meerdere stappen in één keer te zetten. Andere kinderen hebben meerdere oefenmomenten nodig voor het nemen van één stap.