Therapie voor Selectief Mutisme

Oefenen in de therapie om meer te leren durven

 
In de therapie wordt het programma op school ondersteund. Daarnaast wordt er geoefend met het durven spreken in langere zinnen, met meer mensen en in situaties buiten de therapiekamer. Ook worden de technieken om angst te overwinnen verder uitgebreid en geoefend. Vaak kan de therapie minder frequent plaatsvinden.

Spreken in zinnen

Sommige kinderen gaan dit vanzelf doen. Anderen hebben hiervoor oefening nodig. In het portaal vindt u suggesties voor spelletjes om langere zinnen en meer taal uit te lokken. Vaak helpt het om gesprekjes thuis te laten oefenen. Vraag het kind om u volgende keer te vertellen hoe zijn kamer eruit ziet, wat hij op vakantie heeft gedaan, of hoe je een bepaald spelletje speelt. Het kind kan zich er op voorbereiden of foto’s meenemen om bij te vertellen. Dat maakt het makkelijker.

Spreken buiten de therapieruimte

Het risico bij selectief mutisme is dat het durven spreken beperkt blijft tot één nieuwe situatie. Dan zou de therapieruimte onderdeel gaan uitmaken van de “selectieve situaties” waarin het kind durft te spreken. Daarom gaan we in deze fase ook oefenen buiten de kamer.
Begin eens met non-verbale opdrachtjes buiten de kamer om te kijken of dit spanning oproept. Ga samen een kopietje maken, limonade inschenken of een kaart posten. Vraag het kind zelf de ouder uit de wachtkamer te halen of een beker uit de keuken te pakken.
Ouders en leerkrachten krijgen het advies om het kind te stimuleren tot zelfstandigheid. Veel kinderen met selectief mutisme stellen zich buitenshuis terughoudend op en worden daardoor erg passief. Ze verkennen nieuwe ruimtes niet en gaan niet op zoek naar eigen oplossingen. Thuis, op school en in de therapie zoeken we daarom naar dingen die het kind zelf kan doen. Daarvoor kunt u het werkblad “Dappere daden bord” gebruiken. In het portaal kunt u de informatie voor ouders en leerkrachten lezen.
Daarnaast vragen we een verbale respons buiten de kamer. Oefen met begroeten als het kind aankomt of weggaat, doe een spelletje in de wachtkamer of doe een speurtocht met vragen door de gangen. In het portaal vindt u suggesties voor spelletjes.

Sociale “regels”

Kinderen die angstig zijn in sociale situaties zijn vaak onzeker over sociale “regels”. Hoe begroet je iemand? Hoe vraag je of je mee mag doen? Wat zeg je als je geen zin meer hebt? Als ze situaties vermijden doen ze minder ervaring op en weten zich dan vaak geen houding te geven.
Het kan helpen om sociale situaties zoals begroeten, uit te spelen in poppenhuis, poppenkast of rollenspel. Lees ook de informatie voor ouders en leerkracht hierover, in het portaal.

Wie is je held?

We herhalen de uitleg over angst en dapperheid. We kijken of het kind “een held” heeft. Helden zoals brandweermannen en stuntvrouwen zijn dapper, maar een bekende voetballer, een tekenfilmfiguur, je judotrainer of je opa, kan ook een held voor je zijn. Soms is iemand een held omdat hij of zij dapper is en soms omdat diegene iets erg goed kan, voetballen bijvoorbeeld. Dat heeft die geleerd door veel te oefenen. Een speciale held kan een voorbeeld voor het kind zijn in spannende situaties.

Handige hulpjes

We blijven oefenen met de handige hulpjes. Help het kind een dappere gedachte te gebruiken in spannende situaties en gebruik eventueel een dapper gebaar. Geef regelmatig zelf het voorbeeld en verwoord (negatieve of helpende) gedachten van jezelf tijdens spannende spelletjes. Er zijn spelletjes en werkbladen in het portaal om hier mee te oefenen.
In de vorige fase reikten we kind en ouders spierontspanningsspelletjes aan. In deze fase spelen we ademhalingsontspanningsspelletjes.