Therapie voor Selectief Mutisme

Angst en vermijding

Als je ergens bang voor bent wil je het het liefste uit de weg gaan: vermijden. In gevaarlijke situaties is dit een goede reactie. “Vluchten” en “verstijven” zijn allebei manieren om een gevaarlijke situatie uit de weg te gaan. In ongevaarlijke situaties is het een beetje overdreven.

Eerst voelt vermijding even als een opluchting. Als je een angstige situatie uit de weg gaat, verdwijnt je angst. Op langere termijn wordt de angst steeds groter. Kinderen die veel situaties vermijden doen te weinig ervaring op. Hun vaardigheden ontwikkelen zich dan minder goed. Daardoor worden ze onzeker en ontstaat er een negatieve spiraal.

Twee voorbeelden

Li Mei is duidelijk heel verlegen. In de klas is ze stil en aan spannende activiteiten wil ze niet meedoen. In de kring maakt ze geen oogcontact en verschuilt zich een beetje achter de andere kinderen.

Karl ziet er helemaal niet verlegen uit. Hij speelt volop, steekt zijn vinger op en heeft veel plezier in de klas. Maar hij praat niet. Bij rechtstreekse vragen verstrakt zijn gezichtje en blijft hij stil. Zodra de aandacht naar een ander gaat zit hij weer te dollen met zijn buurman.

Door vermijding geen angst

Wie spannende situatie consequent vermijdt, voelt geen angst. Daarom ziet Karl er niet angstig uit. Alleen bij rechtstreekse vragen zie je hem verstrakken. Door zijn vermijdingsreactie (zwijgen en wachten tot de aandacht naar een ander gaat) houdt hij zijn angst onder controle. Zodra zijn strategie gewerkt heeft en de aandacht niet meer op hem gericht is, kan hij weer opgelucht plezier maken.