We zagen al eerder: gedrag dat prettige gevolgen heeft blijft vaak bestaan of wordt meer. Gedrag dat minder prettige gevolgen heeft, verdwijnt. Kijk nog eens naar het voorbeeld van Jesse en Veerle. Hun dappere gedrag kreeg vanzelf positieve gevolgen. Ze wilden immers zelf graag op de glijbaan en in de achtbaan en ze hadden er allebei plezier in.
Maar wat nou als een kind zelf helemaal niet zo graag wil? Of als een kind er niet direct de fijne gevolgen van merkt? Dat hebben kinderen met selectief mutisme. Wij willen dat zij gaan praten in de klas. Zelf willen ze het ook best, maar op korte termijn is het vooral eng en helemaal niet zo leuk. Daarom belonen we dapper gedrag.
Sommige ouders hebben hun vraagtekens als het gaat om belonen. Eerder lazen we al over de vragen en zorgen van ouders.
Stel dat u iets moest doen dat u heel eng vindt, bijvoorbeeld een belangrijke toespraak houden op uw werk. Welke van de volgende dingen zou u het meest stimuleren om het te doen?
Er zijn verschillende soorten beloningen:
Tastbare beloningen zijn krachtig en hebben het meeste effect op korte termijn. Op de lange termijn verliezen ze meestal hun kracht. Dan zijn sociale beloningen werkzamer. Beide vormen van beloning zijn prettig, maar vergroten het gevoel van eigenwaarde niet. Complimenten doen dat wel.
In dit programma gebruiken wij het allemaal. We gebruiken tastbare beloningen om de moeilijkste stapjes direct prettige gevolgen te geven. Kinderen verdienen Luiderslot-muntjes of stickers en sparen daarmee voor een klein cadeautje.
In het begin zijn dit tastbare dingen, zoals een ijsje of speelgoed. Daarna worden het sociale beloningen, zoals een leuk uitje of iets gezelligs doen. Daar kunnen anderen, zoals broertjes of zusjes van meegenieten.
Uiteindelijk gaat het niet om de ijsjes of de uitjes. Het belangrijkste effect van beloning is dat uw kind het zelf verdiend heeft. Dat maakt dat uw kind trots op zichzelf wordt. We laten iedere beloning samengaan met complimenten. De trots en de complimenten vergroten de eigenwaarde van uw kind. Zo zorgen we dat uw kind uiteindelijk helemaal geen beloning meer nodig heeft om nieuwe dingen te durven. Plezier en trots zijn dan leuk genoeg van zichzelf.
Het klinkt zo eenvoudig maar het is helemaal niet makkelijk om goed te belonen. Hoe vaak belonen we niet per ongeluk het gedrag dat we juist niet willen zien? En hoe vaak lijkt een beloning geen effect te hebben?
Esther gaat na lang aarzelen naar een feestje. Moeder helpt haar om op haar gemak te raken, fluistert haar een complimentje in het oor en Esther durft mee te doen met het eerste spelletje. Al gauw hoort moeder Esther huilen. Het spel met ballonnen vond ze eng en ze wil niet meer meedoen. Esther komt op schoot zitten. Als troost krijgt ze van de jarige wat extra snoepjes. Moeder voelt zich onzeker. Heeft ze Esther nou teveel beschermd? Had ze die extra snoepjes wel moeten toestaan? Of heeft ze Esther juist de veiligheid geboden die ze nodig had?
Mouloud wil niet naar zwemles. Deze wekelijkse worsteling wordt door moeder nog wel eens gewonnen met de belofte van een ijsje. Dit keer helpt het niets. Mouloud is niet in zijn zwembroek te krijgen. “Ik hoef dat ijsje niet” gilt hij.
In de volgende fases komen we nog terug op de kunst van het belonen. Voorlopig vast een paar tips. Beloningen werken het beste als ze: