U heeft uw leerling geholpen meer vertrouwen te krijgen in zichzelf en gestimuleerd om nieuwe stapjes te nemen. Veel kinderen hebben die steun en stimulans nog wel een tijdje nodig. Zelfvertrouwen bouwt zich langzaamaan op. Hier nog enkele tips om uw leerling te blijven steunen.
Eerder lazen we dat angstige of onzekere kinderen snel de neiging hebben om situaties te vermijden. Ze laten dan het initiatief vaak aan anderen over. Zo plaatsen ze zichzelf soms op de achtergrond. Help uw leerling om ook eens het voortouw te nemen en niet af te wachten totdat een ander het al gedaan heeft. Help uw leerling ook zoveel mogelijk dingen zelf te doen en zelf op te lossen. Dat hoeft niet altijd om praten te gaan. Misschien kan uw leerling een ander kind helpen met het strikken van een veter, lezen of rekenen, uitleg van een computertaakje of meegaan om iets te halen uit de keuken. Ook het mogen helpen van de juf of meester draagt bij aan het vergroten van zelfvertrouwen en een positief zelfbeeld.
Blijf vragen stellen, leesbeurten geven en andere verbale opdrachten geven. Uw leerling heeft de oefening nodig om zich steeds zekerder te voelen. Houd in de gaten of de positieve ontwikkeling zich voortzet en draag de aanpak die goed werkt voor uw leerling over aan uw opvolger.
Gelukkig blijkt uit onderzoek dat bijna alle kinderen blijven spreken in nieuwe situaties. Een enkele keer wordt een kind geleidelijk aan toch weer stiller. Meestal komt dat omdat de extra stimulans langzaamaan vergeten wordt en het kind spannende situaties uit de weg gaat. Als u dat merkt, is het goed om de draad weer op te pakken en weer wat steun te bieden bij het aangaan van uitdagingen.
Sommige kinderen blijken zich in de komende schooljaren nog altijd ongemakkelijk of onzeker te voelen in sociale situaties. Kijk dan eens of er mogelijkheden zijn voor een sociale vaardigheidstraining op school of elders. Bespreek met de intern begeleider of ouders of het raadzaam is om opnieuw hulp in te schakelen. Sociaal angstige kinderen blijken vaak geen hulp of therapie te krijgen, ook niet als hun probleem echt beperkend is voor hun ontwikkeling. Kijk daarom goed met ouders of collega’s of eventuele problemen voldoende aandacht krijgen.