Als kinderen in de kennismakingsfase al hebben durven spreken in bijzijn van de therapeut, worden de stappen 4-5 overgeslagen. Open in het portaal de stap die past bij het niveau van communiceren dat het kind aandurft (zie aanwijzingen bij stap 3) en speel het exposure spelletje van de desbetreffende stap.
Print voor kinderen die nog niet hebben durven spreken of fluisteren in de therapieruimte, het werkblad “Dierengeluiden” bij stap 4 uit. Kies (afhankelijk van wat je denkt dat het kind aandurft) voor een spelletje waarin het kind alleen hoeft te vocaliseren (dierengeluiden) of de namen van de dieren noemt (zie spelsuggesties op het werkblad). Leg het spelletje goed uit aan ouder en kind.
Vertel dat kind en ouder het samen gaan spelen en dat jij de kamer uit gaat. Leg de munten of stiften klaar en leg uit dat het kind voor ieder goed antwoord de bijbehorende cirkel mag kleuren of er een munt opleggen. Wanneer het kind het antwoord niet weet, gaat de munt terug in de doos en geeft de ouder een nieuw raadseltje op.
Spreek een minimum aantal goede antwoorden af dat nodig is om een sticker te verdienen. Zet niet te hoog in (bijv 4 antwoorden), zodat het een paar keer fout kan gaan zonder dat het erg is. Zorg dat ouder en kind het spelletje en het doel ervan goed snappen. Verlaat dan de kamer en spreek af dat ze je komen halen of dat je na korte tijd weer binnen komt (na kloppen!) om te kijken hoeveel munten het kind al verdiend heeft.
Als je weg bent spelen kind en ouder het spel, waarbij elke verbale respons (vocalisatie, fluisteren of hardop spreken) direct beloond wordt. Als je terug komt en het afgesproken aantal is behaald, mag het kind een sticker kiezen. Introduceer de stickerkaart en kies bij voorkeur de kaart met 6 vakjes zodat de eerste beloning snel bij elkaar gespaard wordt.
De spelletjes van de 2e en 3e verdieping van het Luiderslot vragen beide om vocalisatie en geluid en kunnen nog eens tijdens de therapiesessie gespeeld worden. Veel kinderen vinden dat leuk en durven het te spelen in de therapieruimte. Wanneer ze nog niet durven vocaliseren in bijzijn van de therapeut, verlaat de therapeut de ruimte en spelen kind en ouder het spel samen.
Ga door met de volgende stap als er nog voldoende tijd is en het kind ertoe in staat is. Wissel zo nodig exposure-oefeningen af met spelletjes die minder spanning oproepen. Spelletjes die geen spanning oproepen worden niet beloond met stickers, maar elke vorm van dapper gedrag wordt uiteraard becomplimenteerd. Bewaar beloning voor nieuwe uitdagingen. Geef uitleg over angst en dapperheid met behulp van een verhaal en bijbehorend oefenspelletje. Je kan de therapiesessie afsluiten met een korte samenvatting, complimenten voor het dappere gedrag en uitleg over de torentaak.
Met welke stap ga je verder?
Voor ouders kan de exposure oefening net zo spannend zijn als voor het kind. Als het kind het niet durft, voelt de ouder zich meestal behoorlijk machteloos. Soms belonen ouders dan toch maar non-verbaal gedrag. Steun ouders en zorg dat ze goed weten welk gedrag ze moeten belonen en wat ze kunnen doen of zeggen als het niet lukt.
Het benoemen of vocaliseren van 4 plaatjes kan heel snel gaan. Ga na een paar minuten binnen (na kloppen!), kijk of het lukt en help als het vastzit. Sommige ouders blijven lang proberen hun kind te overreden iets te zeggen, terwijl het niet lukt.
Als je de mogelijkheid hebt om een video-opname te maken of door een one-way screen mee te kijken, kan je zien hoe de interactie tussen ouder en kind verloopt. Het geeft een goed beeld van wat er moeilijk is voor het kind, hoeveel spanning het oproept, en eventuele in stand houdende interactiepatronen. Video-opnames maken het mogelijk om dit later in de ouderbegeleiding te bespreken.
Lees hoe bij Timo de interactie tussen ouder en kind een belangrijke rol speelde.