Manier van werken in Fase 2
In Fase 1 is de basis gelegd voor vertrouwen en een werkrelatie. We observeerden, sloten aan bij wat het kind durfde en oefenden nauwelijks druk uit. Het kind heeft ervaren dat de therapeut zijn angst begrijpt en hem of haar niet zal overvragen.
De exposure-oefeningen uit deze fase vragen een meer directieve houding. Het kind wordt uitgedaagd om stapjes te maken die het spontaan niet durft te zetten. Dit vraagt een goede balans tussen een actieve en daadkrachtige houding van de therapeut, en genoeg ruimte voor het kind opdat het de controle niet verliest.
Naast de algemene beschrijving van de manier van werken, die geldt voor het gehele programma, volgen hier enkele tips voor in deze fase.
Stap voor stap
- Begin een therapiesessie met een spelletje waar het kind plezier in had en dat aansluit bij het niveau van communiceren dat het kind in de vorige therapiesessie (gemakkelijk) aandurfde.
- Tijdens een therapiesessie kan je meerdere stappen maken als het kind dat aankan.
- Sluit af met een geslaagde oefening. Stop dus tijdig zodat het kind met een succeservaring naar huis gaat, of sluit af met een leuk en makkelijk spelletje.
- In het portaal wordt een stap afgesloten als het doelgedrag getoond is. Blijf niet onnodig lang dooroefenen met een bepaalde stap als een kind het gedrag heeft laten zien. Gebruik spelletjes in volgende sessies om eenmaal getoond en gedurfd gedrag meer eigen te maken, maar ga intussen door naar de volgende stap.
- Stel het kind gerust als je een te grote stap hebt voorgesteld en het kind de stap niet durfde te nemen. Neem een tussenstapje en neem zelf de “schuld” op je.
Vertrouwen en veiligheid
- Hang samen het bezetbordje op de deur.
- Klop altijd op de deur als je even de kamer uit geweest bent. Zo weet een kind dat hij nooit ineens “betrapt” wordt op spreken.
- Verwacht niet meer van een kind dan je hebt afgesproken. Als je een oefening doet waarin 6 woordjes benoemd moeten worden, is het niet vanzelfsprekend dat het kind tijdens de rest van de therapiesessie ook woorden durft te spreken. Beloon dat wat je hebt afgesproken en doe daarna zo nodig een spelletje waarmee je de druk even van de ketel haalt. Kies dan een nieuw exposure spelletje en maak nieuwe afspraken. Spontaan meer durven is knap en kan extra beloond worden, maar hoeft nog niet.
Exposure spelletjes
- Leg bij de exposure spelletjes uit wat je gaat oefenen, hoe lang, wat je verwacht aan verbale respons en wat het kind kan verdienen.
- Zorg voor een speels element, maar zorg er tevens voor dat het kind weet dat dit een oefening is die hoort bij een nieuwe verdieping in de toren. Het verschil tussen een exposure oefening en een spelletje ter ontspanning moet duidelijk zijn, anders bestaat de kans dat een kind een spelletje non-verbaal meedoet en het doelgedrag niet toont.
- Wissel exposure spelletjes af met spelletjes waarin de spanning lager is en je gedrag herhaalt wat een kind in eerdere stappen geoefend heeft.
Omgaan met vermijding
- Praat bij nieuwe en spannende stappen niet te lang over wat je gaat doen, maar leg kort en bondig uit, biedt steun en ga tot actie over. Als je er lang over praat, loopt de spanning op.
- Vraag niet of een kind een nieuwe stap of oefening wil doen. Angst roept vermijding op: niemand wil graag iets doen wat hij of zij eigenlijk niet durft. Wees dus directief en stel de volgende stap voor. Vraag hooguit of het kind het durft. Als dat niet zo is, zoek dan naar een tussenstap zodat het kind het wel aandurft.
- Ga niet mee in vermijding, maar laat zien dat er altijd een manier te vinden is waarop je toch weer een klein stapje verder kan. Gebruik het verhaal met uitleg over het verschil tussen niet willen en niet durven om het kind te helpen nieuwe uitdagingen aan te gaan.
Complimenten en beloning
- Spreek voor spannende exposure oefeningen een beloning af. Met behulp van de stickerkaart ziet het kind zijn vorderingen toenemen.
- Laat een beloning altijd gepaard gaan met complimenten in termen van durven en dapper zijn. Verwoord het gevoel van trots dat je ervaart als je iets dappers doet.
- Beloon niet als een exposure oefening niet gelukt is, ook niet als je ziet dat het kind zijn best gedaan heeft! Complimenteer de poging en inzet, maak een tussenstapje en beloon pas als het echt gelukt is.
- Beloon uitsluitend nieuwe en spannende stappen. Spelletjes die gespeeld worden om op te warmen of eenmaal gedurfd gedrag te herhalen en die niet veel spanning oproepen, worden niet beloond. Stem de beloning af op de hoeveelheid spanning die de oefening oproept. Wanneer een kind het heel spannend vindt om 6 plaatjes te benoemen, wordt ieder plaatje beloond met een munt. Wanneer de oefening herhaald wordt in een volgende sessie en de spanning minder groot is, verdient het kind 1 munt voor de 6 plaatjes samen en worden nieuwe munten verdiend met een volgende stap.
- Praat niet teveel over praten. Complimenteer het kind liever met datgene wat het gedurfd heeft (“kijk nu ben je weer een stuk hoger in de toren. Knap zeg.”; “Dapper van je hoor.”; “Wat durf je al veel.”)
Humor
Plezier en humor zijn belangrijk om het kind te motiveren tot gedrag dat het liever zou vermijden, om spanning te reduceren en plezier te ervaring in behaalde prestaties. Sluit aan bij interesses, maak een grapje of zorg voor verrassinkjes (zie spelsuggesties Fase 1 onder “Documenten en links” in het portaal).