Therapie voor Selectief Mutisme

De gevolgen van gedrag

 
We lazen eerder dat gedrag blijft bestaan als het fijne gevolgen heeft. Er zijn gevolgen op korte en op lange termijn. Gedrag kan op korte termijn fijne gevolgen hebben, maar op lange termijn niet. De reacties van anderen zijn daarin belangrijk. Hier kunt u dat nog eens nalezen.

U heeft gekeken naar het gedrag van uw kind en de reacties die het krijgt daarop krijgt van anderen. Vandaag kijken we naar een belangrijke reactie van anderen: aandacht.

Aandacht

Iedereen krijgt graag aandacht en kinderen vragen er vaak om. Negatieve aandacht is ook aandacht. Soms zeuren kinderen alleen maar om uw aandacht te krijgen. Uw reactie is dan niet echt leuk, maar het is toch aandacht.

Met angstig gedrag krijgen kinderen ook veel aandacht. Niet alleen van ouders, maar ook van anderen. Volwassenen gaan een angstig kind extra helpen, een kind mag speciale dingen, krijgt iets lekkers om hem te troosten of andere kinderen gaan een beschermende rol spelen.

Aandacht verschuiven

Nu uw kind steeds dapperder wordt, gaat het die aandacht verliezen. We moeten ervoor zorgen dat uw kind die aandacht niet gaat missen. Anders gaat hij misschien weer angstiger doen om de aandacht vast te houden. Dus moeten we de aandacht verschuiven: weinig aandacht geven aan angstig gedrag, en meer aandacht aan dapper gedrag.

U bent al lang gewend aan de reacties van uw kind en dan is het moeilijk om reacties te veranderen. Voor andere mensen, bijvoorbeeld opa’s en oma’s, is dat nog moeilijker. Betrek hen veel bij het oefenen. Vraag uw kind de dapperklapper of het Luiderslot te laten zien. Zo kunnen anderen beter begrijpen waar uw kind mee bezig is en gaat de aandacht naar dapper gedrag.

Kirsten

Kirsten en haar zusje Eefje willen op een springkussen. Er springen meer kinderen op. Kirsten durft niet goed. Ze roept naar haar moeder en treuzelt aan de zijkant. Eefje zegt: “Kom maar Kirsten” maar Kirsten laat zich op de grond vallen en begint te huilen. Moeder besluit vooral aandacht aan Eefje te geven, die een koprol probeert.
“Eefje, wat mooi, doe het nog eens.”
Kirsten komt tegen moeder aan staan en vraagt om een ijsje.
“Kirsten, als je niet op het springkussen wil, moet je iets anders gaan spelen. Ik kijk even naar de koprol van Eefje.”
Kirsten blijft zeuren, maar moeder let op Eefje. Even laten drentelt Kirsten naar het springkussen terug en klimt op de rand.
“Goed zo Kirsten, wat zit je al hoog.” roept moeder. Voorzichtig maakt Kirsten wat sprongetjes. Eefje springt naar haar toe: “Zullen we samen?” Hand in hand springen ze.
“Jullie lijken wel kikkers. Wat een grote sprongen.”