Uitleg over bang zijn en dapper worden
In Fase 1 en 2 geven we uitleg over angst en het overwinnen daarvan. Er wordt gebruik gemaakt van prentenboeken, verhalen, spelletjes en torentaken. Deze vindt u in het portaal. De uitleg wordt bij voorkeur tijdens de therapiesessies gegeven, waarna de verhalen of spelletjes worden meegegeven voor thuis. Informatie voor ouders en leerkrachten over angst bij kinderen is beschikbaar via het portaal.
Als kinderen Fase 1 snel doorlopen is nog niet alle uitleg aan bod gekomen. Neem het mee naar Fase 2 en biedt het dan aan of herhaal eerder aangeboden verhalen nog eens.
Iedereen is wel eens bang
De meeste kinderen van 4 jaar en ouder weten wel wat “bang” of “verlegen” is en hoe iemand doet als hij bang is. Sommige kinderen hebben nog wat uitleg nodig. Thuis, op school of in de therapie kan gebruik gemaakt worden van prentenboeken waarin dit wordt geïllustreerd. In het Luiderslot wordt het kind vergezeld door het draakje Yep. Soms is Yep een beetje bang. Het verhaal “Yep is een beetje bang” en de torentaken laten zien dat het kind niet de enige is die wel eens bang of verlegen is.
Wat is dapper?
We leggen kinderen uit wat dapper betekent. Dapper zijn betekent niet dat je helemaal niet bang bent, maar dat je iets eng vindt en het toch doet. Voor jonge kinderen is dat niet vanzelfsprekend. Er is een verhaal over Yep om dat uit te leggen. Prentenboeken kunnen gebruikt worden om deze boodschap te herhalen.
Wijs tijdens de therapiesessies regelmatig op het verband tussen angst en dapperheid: “Ik zie dat je het spannend vindt en toch doe je mee. Dat is nou echt dapper.”
“Weet je nog, toen jij hier de eerste keer kwam? Toen durfde je dit spelletje nog niet. Nu wel. Je bent al heel dapper geworden.”
Hoe word je dapper?
We leggen uit dat je niet dapper geboren wordt, maar dapper wordt door nieuwe dingen te proberen en te oefenen. Ook hiervoor kunnen we prentenboeken gebruiken. Het grote durfspel, dat in stap 3 gespeeld wordt, is bedoeld om dit te laten zien.