De meeste kinderen durven al vrij snel mee te doen met een non-verbaal spelletje. Een heel enkele keer zijn er tussenstapjes nodig om een kind ertoe te brengen enige vorm van non-verbale communicatie te gebruiken.
Sommige kinderen durven geen gebaren te maken of worden angstig wanneer de therapeut te veel naar hen kijkt. Kies dan voor een spelletje waarin de afstand tussen kind en therapeut groter is en kijk of andere vormen van communicatie wel lukken.
Laat kind en ouder een team vormen en samen spelen tegen de therapeut. Natuurlijk zijn twee sterker dan één en winnen kind en ouder. Ga zo nodig zelf even met een smoesje de kamer uit, zodat ouder en kind het spel eerst samen kunnen “oefenen”. Zo wordt de situatie voorspelbaar en het spelplezier groter. Ook kan je een broertje of zusje laten meedoen.
Als kinderen het erg moeilijk vinden als de aandacht op hen gericht wordt, durven ze vaak meer tijdens spelletjes achter een scherm. Op een speelse manier wordt zo wat afstand gecreëerd, oogcontact vermeden en worden de spelletjes spannend op een andere manier. Zie in het portaal voor spelsuggesties.