Therapie voor Selectief Mutisme

Voorbeeld van een therapiesessie

Sanne komt voor de tweede keer

In de kennismakingssessie vorige week durfde Sanne voorzichtig met de spelletjes mee te doen. Ze knikte éénmaal bevestigend op een vraag en maakte, buiten het gezichtsveld van de therapeut een gebaar. Het doelgedrag van stap 1, namelijk meedoen met interactiespelletjes, is behaald. Non-verbale communicatie heeft ze nog nauwelijks durven tonen. Vandaag wordt dus gewerkt aan stap 2 en als dat vlot gaat misschien ook aan stap 3. Ze opent stap 2 in het portaal.

Bespreken van de thuistaak

Sanne heeft thuis haar huis getekend. De therapeut bewondert de tekening en stelt enkele gesloten vragen. Eerst kijkt Sanne vragend naar haar moeder. De therapeut zegt:
“Wacht, ik weet iets beters. Laten we het wat moeilijker maken voor mij. We vragen of je moeder het niet aan me gaat voorzeggen, maar ik moet raden of ik weet wie je getekend hebt. Kijken of ik goed raad. Ik denk dat dit … jouw broertje is.”
Sanne glimlacht en kijkt naar haar moeder.
“Heb ik het goed geraden?”
Sanne knikt tegen haar moeder.
“Maar wat heeft je broertje nou in zijn hand? Is het een onderbroek?”
Sanne lacht geluidloos en schudt nee.
“Oh, hij staat bij de TV. Misschien is het de afstandbediening?”

Zo laat Sanne zich spelenderwijs al snel verleiden tot non-verbale communicatie.

Communicatiespelletje

De therapeut begint met het spel “instrumenten raden”. Hierbij is non-verbale communicatie mogelijk, maar niet noodzakelijk. De therapeut draait haar stoel om en Sanne maakt geluid met een instrumentje. De therapeut wijst het instrument aan en daarna draait Sanne haar stoel om en maakt de therapeut een geluid. Sanne durft aan te wijzen en even later ook ja of nee te schudden om aan te geven of de therapeut het goed had.
“Jij kan goed raden zeg. Zullen we het wat moeilijker maken? Maak jij nu eens 2 geluiden voor mij, dan moet ik ze allebei raden.”
Dit biedt de gelegenheid om even later aan Sanne te vragen:
“Hoeveel instrumentjes durf jij te raden? Zal ik er één doen voor jou of twee? Laat even zien met je vingers, dan weet ik hoeveel jij er durft.”
Sanne steekt drie vingers op.
“Wat? Durf je er drie? Dat is veel. Wat dapper van jou.”

Uitleg en aanleren nieuwe vaardigheden

De therapeut leest het verhaal “Yep doet dapper” voor. Ze vertelt dat ze Sanne ook al zo dapper vond en legt uit waarom.
“Ik ben wel benieuwd of jij nog meer dappere dingen durft. Ik denk het wel.”

Het doelgedrag van stap 2, namelijk non-verbale communicatie gebruiken, is ruim behaald. Sanne heeft gewezen, ja/nee geknikt en drie vingers opgestoken. Ze kan dus nog in dezelfde sessie verder met stap 3.

Exposure spelletjes

“We gaan het grote durfspel doen. Dat is heel leuk en een beetje spannend. Kijk maar eens hier.”
De therapeut laat het werkblad zien en bedenkt een eerste opdrachtje waarvan ze zeker is dat Sanne het zal durven. Trots plakt Sanne even later haar sticker. De therapeut complimenteert haar dapperheid. Aan het eind van de sessie is het spel nog niet helemaal af, dus de laatste opdrachtjes (en het afronden van stap 3) zal volgende keer plaatsvinden. Er wordt nog wat tijd genomen om de torentaak te bespreken.

Torentaak

De therapeut vat nog even samen wat ze gedaan hebben en hoe dapper ze Sanne vindt. Ze vertelt Sanne dat ze vandaag weer zoveel nieuwe dingen gedurfd heeft, dat er twee trappen open zijn gegaan in het Luiderslot. Ze kan dus weer nieuwe spelletjes spelen.
“Had je het geluiden-zoekspel van vorige week nog eens gespeeld? Konden je papa en mama het eigenlijk ook?”
Sanne zegt niets.
“Dat moet je maar eens proberen deze week. Vraag maar eens of zij het ook spelen. Ik ben benieuwd wat je van de nieuwe spelletjes vindt.”

Ze vertelt dat de postduif weer een torentaak naar Sanne komt brengen en checkt of ze thuis kunnen printen. “Het is nog een verrassing, maar ik verklap vast dat het over het verhaal van Yep gaat. Neem je het volgende week weer mee in je dapperklapper?”

Na afloop

De therapeut kent na afloop in het portaal de kleurplaat toe die hoort bij het verhaal “Yep doet dapper”. Ze sluit stap 2 af, opent stap 3 en werkt de resultaten bij.