Soms gaat de overgang van oefenen buiten de klas, naar oefenen in de klas bijna vanzelf. Sommige kinderen beginnen al eens iets te zeggen in de klas of maken geluiden. Andere kinderen hebben meer moeite met de overgang naar de klas. In deze fase gaan we stap voor stap de klas in.
Het doel in deze fase is dat de leerling mee durft te doen met verbale klassikale activiteiten zoals lezen, antwoord durft te geven, kan samenwerken en hulp durft te vragen. Niet voor alle kinderen is het haalbaar om te spreken in alle vrije situaties, zelf initiatief te nemen tot spreken, te spreken in toneelstukjes of te vertellen in de kring. Bekijk samen met de therapeut en ouders wat haalbaar is en stel reƫle doelen.
Sommige kinderen spreken makkelijker tegen leeftijdsgenootjes en andere kinderen juist makkelijker met volwassenen. Inmiddels kunt u goed inschatten wat bij uw leerling past. Bij kinderen die makkelijker spreken tegen leeftijdsgenootjes, kunt u ervoor kiezen om uw leerling eerst vooral met klasgenootjes te laten spelen of lezen (stap 24). Bij kinderen die makkelijker oefenen met de leerkracht, kunt u juist situaties opzoeken in de klas waarbij u uw leerling even apart neemt en een vraag stelt (stap 23). In deze fase is dat een stuk makkelijker te organiseren dan in de vorige fase.