Deze stap levert zelden problemen op. Mocht het kind het toch moeilijk vinden, neem dat wat extra tijd.
Vraag ouders een keer bij het ophalen wat langer te blijven. Vraag uw leerling iets te laten zien aan de ouder (een werkje, een spel) en loop zelf even het lokaal uit. Kom er al snel weer bij en kijk of uw leerling inmiddels met de ouder spreekt in het lokaal.
Vraag vervolgens of uw leerling eens iets van thuis mee wil nemen om aan u te laten zien. Dat kan ook de Dapperklapper zijn of een spelletje uit het Luiderslot. Kies weer een moment dat er geen andere kinderen meer aanwezig zijn en laat zo nodig een ouder meekomen.
Laat uw leerling in het lokaal spelen met een vriendje of vriendinnetje, of vraag iets te laten zien aan een broertje of zusje. Laat zo nodig de ouder erbij komen en ga zelf even het lokaal uit. Kom er al vlug weer bij en kijk of uw leerling durft te praten. Kinderen vinden het ook fijn om de leerkracht te helpen en samen met een vriendje of vriendinnetje gaat dat soms beter.