Manier van werken in Fase 4
In de vorige fase hielp u met uw leerling om stap voor stap datgene te gaan doen wat hij eigenlijk niet durfde. U zocht daarbij naar de balans tussen veiligheid enerzijds (zorgen dat het nooit te moeilijk wordt) en uitdaging anderzijds (een duwtje in de rug om net een stapje verder te gaan). Lees hier nog eens hoe u dat aanpakte.
In deze fase oefent u in de klas. Deze nieuwe situatie vraagt weer om een iets andere aanpak. In plaats van de veiligheid van een aparte ruimte en de individuele aandacht die uw leerling van u kreeg, gaat het oefenen nu steeds meer deel uitmaken van het gewone lesprogramma. Voor uw leerling is dat moeilijk want de hele klas kan het horen. Voor u is het makkelijker te organiseren, omdat je niet steeds de klas uit moet, maar het is ook makkelijker te vergeten in de hectiek van een normale schooldag.
Oefenen in de klas
- Oefen dagelijks. Probeer iedere dag of ieder dagdeel tenminste één momentje te vinden om een vraag te stellen of uw leerling de kans te geven een spelletje of lesactiviteit te doen met een klasgenootje. De krullenkaart helpt u het oefenen niet te vergeten.
- Houd rekening met reacties van de klas. Voor sommige kinderen kan het heel steunend zijn, anderen worden er onzeker van.
Stap voor stap
- Alle stappen staan voor u beschreven. Voor kinderen lopen ze vaak haast ongemerkt in elkaar over. Voor de meeste kinderen is het beter om niet teveel nadruk te leggen op een nieuwe stap. Neem de stappen die uw leerling aankan spelenderwijs. Benadruk achteraf hoe knap het is dat uw leerling weer iets nieuws gedurfd heeft.
- Voor sommige kinderen is het juist wel fijn als ze precies weten waar ze aan toe zijn. Bespreek dan een nieuw stapje goed voor, vertel uw leerling van tevoren wat u gaat vragen of geef een lestaak mee naar huis om alvast te oefenen.
- Neem de tijd. In de vorige fase probeerden we soms meerdere stappen in één keer te nemen om de fase buiten de klas zo snel mogelijk te doorlopen. In deze fase heeft uw leerling tijd nodig om aan zijn stemgebruik in de klas te wennen. Oefen enkele dagen achter elkaar met een stap en geef uw leerling de kans te wennen aan het nieuwe gedrag en te genieten van het succes.
- Schrik niet als u een te grote stap heeft genomen en uw leerling een vraag niet beantwoordt. Reageer luchtig (“Oh, ik zie dat ik iets moeilijks heb gevraagd. Geeft niets, denk maar even rustig na. Je hoeft niet alles direct te weten. Ik kom zo bij je terug en dan vraag ik het nog een keer.”) en geef de leerling een nieuwe kans. Als het dan weer niet lukt, neem de verantwoordelijkheid zelf op u (“Ik heb het een beetje te moeilijk gemaakt. Dat was niet de bedoeling. Ik ga een tussenstapje bedenken, zodat je het straks wel durft.”).
Vertrouwen en veiligheid
- Zorg voor voorspelbaarheid en structuur. Vertel uw leerling (vooral in het begin) bijvoorbeeld wanneer u een vraag gaat stellen of hoeveel vragen u gaat stellen.
- Biedt steun en toon begrip bij angst. Heb vertrouwen in de mogelijkheden van uw leerling. Reageer luchtig en optimistisch, want uiteindelijk gaat dit lukken.
- Verwacht niet meer van uw leerling dan u heeft afgesproken. Als u heeft aangekondigd 1 vraag te zullen stellen, dan zullen sommige leerlingen daarna geen 2e vraag meer durven te beantwoorden.
Stimuleer dapper gedrag
- Complimenteer iedere vorm van dapper gedrag.
- Praat niet teveel over praten. Geef liever complimenten voor datgene wat uw leerling doet of weet (“Je krullenkaart is bijna vol. Knap zeg.”; “Dapper van je.”; “Wat kan jij goed lezen.”)
- Spreek niet over willen, maar over durven en dapper worden.
- Maak plezier en gebruik humor.
- Help uw leerling herinneren aan de handige hulpjes die hij geleerd heeft. U leest er hier meer over.
Omgaan met vermijding
- Vraag niet of een kind een nieuwe stap of oefening wil doen. Angst roept vermijding op: geen enkel mens wil graag iets doen wat hij of zij eigenlijk niet durft. Vraag liever of een kind iets durft. Als dat niet zo is, zoek dan naar een tussenstap zodat het kind het wel aandurft.
- Ga niet mee in vermijding, maar laat zien dat er altijd een tussenstapje te vinden is.
Gebruik het portaal
- Via het portaal vindt u bij iedere stap uitgebreide informatie, tips en tussenstapjes voor als een stap niet goed lukt. Ook vindt u hier de krullenkaart, stickerkaarten en werkbladen.
- Vergeet niet om stappen af te sluiten zodra het doel behaald is en nieuwe stappen te openen zodra u met het doelgedrag uit die stap gaat oefenen. Als u een nieuwe stap opent krijgt het kind toegang tot het volgende level in het Luiderslot. Dit werkt motiverend en belonend.
- Met behulp van berichtjes in het portaal kunt u contact houden met de therapeut en de ouders. Zo kunnen zij meedenken als nieuwe stapjes niet goed lukken. Ook kunnen ouders hun kind zo ondersteunen bij het oefenen op school. Ze kunnen de voortgang lezen, complimenten geven, hun kind helpen herinneren aan afspraken, spelletjes thuis oefenen of hun kind helpen met het bedenken van handige hulpjes voor in de klas.