Therapie voor Selectief Mutisme

Volgens de DSM-IV-TR (Diagnostic and Statistic Manual for Mental Disorders, vierde editie) is er sprake van selectief mutisme wanneer:

  1. een kind consequent niet spreekt in specifieke sociale situaties (waarin verwacht wordt dat er gesproken wordt, bijvoorbeeld op school), hoewel het kind wel spreekt in andere situaties.
  2. de stoornis het functioneren op school (of op het werk), of de sociale communicatie belemmert.
  3. de duur van van het zwijgen tenminste een maand is (niet beperkt tot de eerste maand op school).
  4. het niet spreken niet wordt veroorzaakt door een gebrek aan kennis van, of vertrouwen met, de gesproken taal die nodig is in de sociale situatie.
  5. de problemen niet beter verklaard worden door spraak-, of taalstoornissen (bijvoorbeeld stotteren) en niet uitsluitend voorkomen tijdens een psychose, schizofrenie of een pervasieve ontwikkelingsstoornis.

DSM-IV American Psychiatric Association (1994, 2000)