Tips voor leerkrachten
Is uw nieuwe leerling heel erg verlegen? Durft hij/zij in de eerste periode nog niets te zeggen in de groep of niet mee te doen aan activiteiten ? Misschien kunnen de volgende tips helpen.
Voor leidsters van crèche of peuterspeelzaal zie: Tips voor ouders en leidsters van peuters.
Zie hier voor tips voor toetsmomenten.
Communicatie
- Het is niet erg als het kind nog niets durft te zeggen tegen anderen. Help uw leerling om in plaats daarvan dingen te doen (zwaaien, iets geven aan een ander kind, ja/nee knikken) en complimenteer het kind daarmee.
- Zoek een rustig moment om met het kind te praten, bijvoorbeeld even na school als de andere kinderen weg zijn en als de ouder erbij is.
- Vraag het kind in overleg met ouders iets van thuis mee te nemen om te laten zien. Kies een veilige plek en een rustig moment en stel er wat vragen over. Kijk of het kind deze durft te beantwoorden of zelf iets durft te vertellen. Als het kind nog niet verbaal durft te antwoorden, stel dan gesloten vragen waarop het kind kan knikken of schudden met zijn hoofd.
- Betrek ouders en kijk of het kind durft te praten op school wanneer er geen anderen (in de directe omgeving) aanwezig zijn. Help ouders om hun kind te stimuleren zonder verbale antwoorden af te dwingen. Zie hier voor tips voor ouders om hun kind te helpen spreken in een nieuwe klas of groep.
- Geef het kind een opdracht of werkje om samen met een vriendje of vriendinnetje te doen. Wijs ze een rustige plek en loop af en toe eens langs. Zeg iets positiefs over wat ze aan het doen zijn maar stel nog geen vragen. Loop gewoon door en ga later nog eens langs. Als het kind met een vriendje durft te praten kun je later eventueel een vraag stellen.
- Laat tijdens een gesprekje geen lange stiltes ontstaan. De spanning loopt daarin meestal te hoog op. Houdt het tempo van een activiteit rustig en geef het kind de kans om iets te zeggen, maar vul stiltes zelf op met een opmerking of een keuzevraag waarop het kind kan knikken of schudden met zijn hoofd. Complimenteer het kind met alles wat het al weet of kan, ook als het non-verbaal is.
- Beloon iedere poging om te communiceren (non-verbaal en verbaal) met een compliment, aandacht of met een stickertje.
- Gebruik humor om het kind spontaan iets te laten zeggen. Zeg bijvoorbeeld iets dat niet klopt en kijk hoe het kind reageert.
Voorbereiding en veiligheid
- Bereid nieuwe situaties (schoolfotograaf, feesten, sportdag) goed voor. Leg stap voor stap uit wat er gaat gebeuren. Laat het kind nooit als eerste iets doen maar laat het eerst kijken naar andere kinderen.
- Stel geen eisen waar het kind niet aan kan voldoen maar zoek een alternatief zodat het kind wel kan participeren. Durft het bijvoorbeeld niet de klassen rond met verjaardagen? Laat het een mooie tekening maken en zet die met de traktatie in de lerarenkamer.
Reactie van klasgenootjes
- Het gedrag valt natuurlijk op en andere kinderen zullen er vragen over stellen. Leg het uit als iets heel gewoons: het kind vindt het nog te moeilijk en durft het nog niet, net zoals andere kinderen ook wel eens iets moeilijk vinden. Leg uit dat het kind het nu nog niet durft, maar na een tijdje wel.
- Probeer de voorkomen dat andere kinderen al te veel gaan helpen of moederen. Laat ook eens zien waarin het kind juist goed is. Complimenteer zelfstandigheid en zoek naar gelegenheden waarin het kind u of een ander kind met iets kan helpen.