Veelgestelde vragen – Therapeuten

De antwoorden op de meeste vragen kunt u vinden in de handleiding voor therapeuten, deze kunt u vinden door op het ‘i’ (informatie)icoontje te klikken linksboven in het scherm van het portaal. 

Vragen over  het behandelprogramma

Kan ik het programma van tevoren inzien?
Dit is helaas niet mogelijk. Op onze website geven we uitleg over de werking van het programma. Op ons wensenlijstje staat om een demo filmpje te maken. We hopen deze wens gauw te kunnen verwezenlijken.

Waar kan ik het therapieprogramma bestellen?

Therapeuten kunnen het behandelprogramma hier bestellen. Klik op oranje button ‘nieuwe therapeut (en cliënt) aanmelden’.

Wie schaft het behandelprogramma aan?
Het programma kan alleen aangeschaft worden door een cognitief gedragstherapeut (geregistreerd bij de VGCT), een BIG geregistreerd psycholoog (gezondheidszorgpsycholoog, klinisch psycholoog, psychotherapeut) of een Orthopedagoog-Generalist geregistreerd bij de NVO.

Wordt het vergoed door de verzekering?
Het programma wordt niet vergoed door verzekeraars.

Waarom worden ouders betrokken bij het programma? Waarom wordt het programma niet uitsluitend op school uitgevoerd?

Wij betrekken ouders nadrukkelijk, omdat uit onderzoek blijkt dat betrokkenheid van zowel ouders als leerkracht belangrijk is. Bijna alle kinderen met selectief mutisme hebben namelijk ook moeite met spreken in situaties buiten school, zoals in winkels of in bijzijn van bezoek. Veel kinderen uiten angst of frustratie in de vorm van claimend gedrag of driftbuien thuis. Een kind kan het best leren anders te reageren op spanning als de mensen in zijn dagelijkse omgeving meehelpen. Ouders zijn de stabiele primaire opvoeders van het kind, terwijl leerkrachten wisselen (gedurende de week en tijdens of na ieder schooljaar). Er wordt daarom niet alleen op school, maar ook thuis geoefend met dapper gedrag.  Daarnaast zijn de meeste kinderen na behandeling nog altijd wel wat verlegen. Ze moeten hun nieuwe vaardigheden goed blijven oefenen en uitbreiden. Hun ouders kunnen hen daarbij blijven helpen.

Vragen over Het luiderslot

De demo of het Luiderslot start niet op.
Het Luiderslot werkt in alle webbrowsers. Als er een probleem is met het opstarten van het Luiderslot, kan het helpen om de internetpagina te vernieuwen of opnieuw op te starten.

Wordt er iets opgenomen als het Luiderslot wordt gespeeld?
Nee er wordt niets opgenomen. Het spel reageert op geluid, maar legt niets vast. Sommige spelletjes reageren op geluid. Daarvoor moet de microfoon van uw computer ingeschakeld zijn. Uw computer vraagt u daar toestemming voor. Het gebruik van de microfoon werkt op alle devices.
Dit is een standaardboodschap. Daarin staat dat er toegang gevraagd wordt tot uw camera en microfoon en dat u mogelijk kan worden opgenomen. In het Luiderslot wordt echter niets opgenomen.

Het Luiderslot maakt geen gebruik van camerabeelden. De camera op uw computer wordt niet ingeschakeld en er wordt geen beeld opgenomen.

De dieren gaan al weg zonder dat mijn cliënt geluid maakte.

Vliegen de duiven vanzelf weg? Kruipt de slang in zijn hol of springt de beer op de kast zonder dat het kind geluid maakte? Dan staat de microfoon van uw computer te gevoelig afgesteld. Zie hieronder hoe u dat kunt aanpassen.

Hoe kan ik de microfoon van mijn computer instellen?
Staat uw microfoon niet aan of wilt u hem harder of zachter zetten?

Stappen voor computers met Windows (versie 7).

  1. Ga naar START en selecteer configuratiescherm.
  2. Selecteer Hardware en geluiden.
  3. Selecteer onder GELUID Audioapparaten beheren.
  4. Het venster GELUID opent zich. Selecteer het tabblad Opnemen.
  5. Klik uw microfoon aan.
  6. Klik dan op Eigenschappen.
  7. Het venster EIGENSCHAPPEN opent zich. Selecteer het tabblad Niveaus.
  8. Zet de schuifjes lager en klik op OK.

Wat kan ik doen als het Luiderslot niet goed opstart?
Het kan helpen om de internetpagina te vernieuwen. Helpt het niet en ervaart u nog steeds problemen, meld het ons alstublieft. Stuur een mailtje aan info@spreektvoorzich.nl

Vragen over het portaal

Vindbaarheid materiaal in het portaal
We hebben het programma juist ontwikkeld om het therapeuten makkelijk te maken. Het therapiemateriaal is op twee manieren te vinden: aan de rechterzijde bij iedere fase en stap of via het tabblad bovenaan ‘materiaal’; hier staat al het materiaal onder elkaar gesorteerd per fase en bijbehorende stappen.

Hoe voeg ik nieuwe mensen toe aan het portaal?
Als uw cliënt een nieuwe leerkracht krijgt, als er iemand anders bij de therapie betrokken wordt of een mailadres wijzigt, dan kunt u dit zelf wijzigen in het cliëntenportaal onder het kopje ‘Cliëntbeheer’.

Waarom kan alleen u als therapeut een nieuw persoon toevoegen aan het portaal?
Omdat wij niet kunnen controleren of er iemand wordt toegevoegd aan/uitgesloten van het beveiligd webportaal van een kind, die daar wettelijk gezien wel/geen recht op heeft. Dat kan bijvoorbeeld een probleem zijn in conflictsituaties over ouderlijk gezag.
U kent kind en gezin en draagt de verantwoordelijkheid voor de therapeutische contacten.

Vragen over de therapie

Klopt het dat de leerkracht vanaf stap 17 met het kind werkt zonder een therapeut?
Ja dat klopt. Uiteraard zijn er allerlei vormen mogelijk, afhankelijk van wat het kind nodig heeft en wat er haalbaar is voor leerkracht en voor u. Maar in principe wordt in stap 17 de overstap gemaakt van oefenen met de therapeut naar oefenen met de leerkracht. Dat is immers degene met wie het kind uiteindelijk moet kunnen praten.

Mijn cliënt vindt de spelletjes in het Luiderslot niet zo leuk.
Het Luiderslot is een onderdeel van het programma “Spreekt voor zich”, maar geen noodzaak. Sommige kinderen zijn wat te oud voor het Luiderslot en vinden de spelletjes saai en sommige kinderen krijgen er na verloop van tijd minder plezier in. Wat dan? Toch doorzetten of niet?
U kunt het achterwege laten als uw cliënt het niet leuk vindt. U kunt de Torentaken dan bijvoorbeeld op papier meegeven.
Houd wel het webportaal bij om de communicatie met alle betrokkenen te onderhouden, de vorderingen bij te houden en om de informatie voor ouders en leerkracht onder de aandacht te houden. Anders wordt dat vergeten en dat is een belangrijk onderdeel van het behandelprogramma.

Veel kinderen vinden het wel leuk als iemand anders het Luiderslot speelt, vooral als ze daarmee hun ouders “aan het werk” kunnen zetten of het Luiderslot kunnen tonen aan iemand. Waarom kan dat therapeutisch handig zijn?

  • Het kind ziet dan toch zijn/haar voortgang in de toren (symbolisatie van de angsthierarchie).
  • Het kind krijgt toch de informatie mee (dapper denken).
  • Gezinsleden worden betrokken bij de therapie.
  • Termen als “dapper denken” gaan leven in het gezin.
  • Het kind heeft niet het gevoel dat hij/zij de enige is die opdrachtjes moet doen (of wel eens bang is).
  • Als het kind opa/oma, juf, of een vriendje durft te vragen een level te spelen, is dat een mooie exposureoefening (zelf vragen, iets tonen, complimenten ontvangen, uitleg geven over hoe het moet).

Tip: Maak samen een lijstje waarop je kan aantekenen wie het level gespeeld heeft en welke medaille hij/zij haalde. Het kind houdt dit lijstje bij. Wie van de familie speelde het meeste levels, verdiende medailles of gadgets, kon wel/niet goed over de obstakels springen? Maak samen een kaart of prijs voor de speler met het meeste doorzettingsvermogen of voor de beste verliezer.

Mijn cliënt heeft al veel vorderingen gemaakt. Zij praat al tegen mij, maar momenteel stagneert het enigszins. Heeft het nog zin om haar aan te melden voor het programma “Spreekt Voor Zich”  en moeten we dan helemaal vooraan beginnen?
Als uw cliënt al met u durft te spreken, slaat u een groot deel van de stapjes uit de eerste fases over, maar oefent wel met de vaardigheden uit het programma om angst te leren overwinnen. Uw cliënt zal al binnen enkele sessie aankomen in Fase 3 en 4, waarin zij gaat oefenen met spreken op school en in de klas.

Mijn kind durft wel te spreken in de klas en met klasgenootjes, kan het programma dan nog helpen?
Als uw cliënt nu al durft te spreken in de klas met de leerkracht en klasgenootjes, dan is het programma waarschijnlijk minder geschikt. Zij zal dan zoveel stappen overslaan dat er weinig overblijft. U kunt het programma dan nog altijd gebruiken als een “dapperheidstraining”. Uw cliënt kan de vaardigheden die worden aangeleerd gebruiken in allerlei nieuwe en spannende situaties. Dit vraagt echter wel wat aanpassing en ervaring van u als therapeut. Een gedragstherapeut, die de angsthiërarchie goed kent, kan de angsthiërarchie van het programma “Spreekt voor zich” aanpassen aan het kind.