Wat is Selectief Mutisme?

Selectief mutisme is een zeldzame psychische aandoening die bij kinderen optreedt. Kinderen met deze aandoening zijn wel in staat te spreken en begrijpen de taal goed, maar spreken niet in bepaalde sociale situaties, terwijl dat wel wordt verwacht. Op andere gebieden functioneren de kinderen in principe normaal.

Het kan bijvoorbeeld voorkomen dat een kind in de peuterspeelzaal of op school lange perioden niet spreekt, terwijl het zich thuis verbaal wel normaal gedraagt. De zwijgzaamheid kan ook optreden als er vreemden in de buurt zijn.

Selectief mutisme wordt gezien als een zelfstandig verschijnsel en niet als een vorm van communicatiestoornis. De meeste kinderen met selectief mutisme communiceren non-verbaal namelijk wel (gelaatsuitdrukkingen, gebaren enzovoort).

Hoe vaak komt het voor?

Selectief mutisme komt bij ongeveer 1 tot 7 op de 1000 kinderen voor. Dat is minder dan andere problemen waar je vaak over leest, bijvoorbeeld ADHD of autisme. Toch is het niet zo zeldzaam als soms gedacht wordt.

Op basis van deze voorzichtige schatting kunnen we berekenen dat er in Nederland en Vlaanderen jaarlijks ca. 200-1500 nieuwe kinderen met dit probleem bij komen. Soms is de grens tussen ernstige verlegenheid en selectief mutisme moeilijk te trekken. Hoe dan ook, u bent beslist niet de enige die een kind kent met dit probleem.

Toch hoor je weinig over selectief mutisme. Misschien omdat deze kinderen zo weinig aandacht opeisen en niet lastig zijn in de klas. Vaak wordt er ook lang gedacht dat het vanzelf over zal gaan of dat een kind er over heen zal groeien.

Hoe herken ik Selectief Mutisme?

Een kind met selectief mutisme vertoont meestal de volgende kenmerken:

  • Het kind spreekt in bepaalde vertrouwde situaties wel, terwijl het spreken in de meeste vreemde situaties (bijna) volledig ontbreekt.
  • Een terughoudend temperament.
  • Het kind is heel erg afhankelijk van de ouders (dit moet niet per se als oorzaak worden gezien, het kan net zo goed gevolg zijn door het onvermogen tot spreken in bepaalde situaties).
  • Het niet spreken duurt minimaal een maand.
  • Het wordt niet veroorzaakt door een gebrek aan kennis van de taal en er is geen sprake van een spraakstoornis zoals stotteren.